Bruckner hat (anstelle Rudolf Bibls) Dienst an der Hofkapelle (*).
In der "Caecilia" Nr. 16 (Algemeen muzikaal tijdschrift van Nederland) wird auf S. 5 Bruckner erwähnt:
" EDGAR TINEL.
Oratorium Franciscus.
De naam des toonkunstenaars, in ons opschrift vermeld, moge velen onzer lezers nog vreemd zijn, toch staat hij met gulden letters geprent in hart en hoofd van allen, die zijne werken kennen, naar zijn klavierspel hebben geluisterd, of ook alleen zijn onderwijs hebben genoten.
Hoe vele kunstenaarsnamen — zij 't op het gebied der plastische, der litteraire of der muzikale kunst — bleven niet, zoolang de wereld staat, zelfs aan den tijdgenoot verborgen, en schitterden eerst vele jaren na den dood der hoogstbegaafden aan boog of galerij des muziektempels, waarin zij hun leven lang hadden geofferd.
[...] Maar wij willen zoo ver niet zoeken. Welke tijdschriften, welke muzikale woordenboeken spraken er van onzen eigen tijdgenoot Bruckner, vóór dat hij zijne vijf, zes, zeven symphonieën had geschreven? Wie sprak er vóór drie, vier jaren van den hoogstbegaafden Borodin (nu reeds overleden), en vele andere buitenlandsche meesters van gi-oote beteekenis? [...]
[... ausführlich über das Werk ...] Dr P." (**).
Zitierhinweis:
Franz Scheder, Anton Bruckner Chronologie Datenbank, Eintrag Nr.: 188807155, URL: www.bruckner-online.at/ABCD-188807155letzte Änderung: Dez 18, 2024, 21:21