zurück 14.3.1887, Montag ID: 188703145

Ein Leserbrief in "Het vaderland" Nr. 61 ('s-Gravenhage) auf S. 2 befasst sich mit der Programmgestaltung des Konzerts vom 9.3.1887 mit der 3. Symphonie:
"             INGEZONDEN STUKKEN.
[Voor dan inhoud stelt de Redactie zich niet aansprakelijk.]
         DE DILIGENTIA-CONCERTEN.
                                     Ni cet excès d’honneur, ni cette indignité.
     Toen voor enkele jaren Verhulst het ook door het Bestuur billijk geachte verlangen van menigeen, om aan de muziek der richting van Wagner, Berlioz en Liszt een plaats op het Diligentia-program te geven, met ongeveer, »dat is geen muziek” als »abfertigte”, toen was m.i. het tweede deel van het motto dezes toepasselijk. Ik heb, niettegenstaande mijne groote waardeering van Verhuist, het mijne toegebracht aan de cassatie van dat vonnis.
[...]
     Zijn nu onze Wagnerianen dankbaar? Voldaan althans zijn ze niet: want nu willen ze bovendien hunne muziek aan het Diligentia-publiek ingestampt hebben. Er is gepetitionneerd om de symphonie van Bruckner, ofschoon in de beide vorige seizoenen uitgevoerd, op nieüw aan de beurt te hebben: want (heette het) alleen wanneer het publiek die muziek dikwijls hoort, zal zij op den waren prijs worden gesteld. En het Bestuur gaf toe aan een verlangen, hetwelk, wanneer het ten voordeele van een werk uit de oude school was geuit, geen kans hoegenaamd zou gehad hebben. Zou het dan (terecht) zijn afgewezen wegens de onbillijkheid van dergelijke herhalingen — of ook vooral uit schroom voor de ontevredenheid der Wagneriaansche minderheid?
     Dat zij eene minderheid is, heeft men juist bij de uitvoering van Bruckners werk beslist kunnen waarnemen. Want hoe was, niettegenstaande men dit werk dan nu HERHAALDELIJK genoten had, de ontvangst in vergelijking met die van Schumann’s symphonie op het vorige concert ?
     Maar de aanhangers der Toekomstmuziek [...].
    Voor hen, die evenmin van «excès d’honneur” aan de nieuwe richting gediend zijn als van indigniteiten tegen kunstenaars als Wagner en Berlioz, wordt het m. i. tijd zich ook eens bij het Bestuur te doen gelden.
                                  A. P. Th. EIJSSELL."


Zitierhinweis:

Franz Scheder, Anton Bruckner Chronologie Datenbank, Eintrag Nr.: 188703145, URL: www.bruckner-online.at/ABCD-188703145
letzte Änderung: Feb 02, 2023, 11:11