zurück 19.3.1886, Freitag ID: 188603195

Brief Bruckners an Deubler in St. Florian:
     Sendet beiliegend die Karte [für den 21.3.1886]. Bittet darum, diese Saison-Karte »post festum« an Wetzlar zu senden. Falls die Eintrittskarte des Prälaten [Ferdinand Moser] auch eine Saisonkarte sei, möge dieser sie ebenfalls am Montag retournieren (*).

Brief Bruckners an Pius Richter:
     Die Abonnementskarte bitte er post festum [21.3.] wieder an Wetzler zurückzugeben. Wegen der morgigen Generalprobe der 7. Symphonie um 3 Uhr möge Richter den Hofkapellendienst übernehmen (**).

Der "Haagsche courant" Nr. 924 ('s-Gravenhage) berichtet auf S. 2 vom Konzert am 17.3.1886 mit der 3. Symphonie:
"              KUNST en LETTEREN.
           8e DILIGENTIA-CONCERT.

[... über die Solistin Marie Soldat ...]
     Het orkest, dezen avond onder de leiding van den heer Hol, opende het concert met de 3e Symphonie van Anton Bruckner. Het verwonderde mij, dat de heer Hol zijne keuze had laten vallen op een werk, dat in het vorige jaar onder Verhulst voor het eerst was uitgevoerd. Evenwel waren de leden van Diligentia hierdoor in staat gesteld de kennismaking er mede te hernieuwen. De uitvoering van het moeilijke werk (aan een beschouwing over eene zoo uitgebreide compositie waag ik mij na een enkele maal hooren niet) was hoogst loffelijk. Het koper was hierin, en ook later in den avond, bijzonder gelukkig. Het vermoeiende en lange werk (de uitvoering er van duurde bijna een vol uur) werd tot het einde met acuratesse en gloed gespeeld.
     Het tweede orkestwerk [... Wagner ...].    J. G. H. MANN." (***).

Eine Kritik erscheint auch im "Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage" Nr. 66 ('s-Gravenhage) auf S. 438 (= S. 6):
"                      Kunstnieuws.
               8
e Concert Diligentia.
     Het laatste Diligentia-Concert was aan de nieuwere muziekrichting gewijd en werd daarom als gewoonlijk gedirigeerd door den heer Richard Hol uit Utrecht.
    De 3e Symphonie, in D moll, van Anton Brückner, schijnt nu — na verleden jaar onder Verhulst’s leiding te zijn uitgevoerd — officieel gestempeld te zjjn als tot de nieuwere richting te behooren.     De werken van Brückner, vroeger hoogst zelden uitgevoerd, worden nu overal gespeeld en druk besproken; maar hoezeer men den componist veel talent toekent, is er veel in zijn werken, waarmede men niet algemeen instemt. Zoo scheen ons de herhaalde uitvoering van dit werk, hoewel vele fraaie en oorspronkelijke gedeelten bevattende, het publiek niet bijzonder te bevallen; behalve na de Finale toch, werd er niet geapplaudisseerd.
     Veel beter bevielen het effectvolle Vorspiel van de 3e acte van Wagner’s Meistersinger en zijn breede ouverture Tannhäuser.
     Mit de uitvoering van de drie werken kon men zeer tevreden zijn, daar er goed werd genuanceerd en met veel ensemble gespeeld onder Hol’s leiding; maar de stemming der blaasinstrumenten liet dikwijls veel te wenschen over, evenals de orkestbegeleiding van het Concert van Mendelssohn, dat gespeeld werd door mej. Marie Soldat, uit Berlijn, [... über die Solistin und die Solostücke ...]" [keine Signatur] (°).



Zitierhinweis:

Franz Scheder, Anton Bruckner Chronologie Datenbank, Eintrag Nr.: 188603195, URL: www.bruckner-online.at/ABCD-188603195
letzte Änderung: Feb 02, 2023, 11:11