zurück 16.12.1886, Donnerstag ID: 188612165

Das Musikalische Wochenblatt Nr. 51 berichtet auf S. 633 von der Aufführung des »Germanenzugs« in Köln am 14.11.1886:

           »Concertumschau.
[...]
     Cöln. Concert des Cölner Männergesangvereins (Zöllner) unt. solist. Mitwirk. der Frau Mensing-Odrich a. Aachen u. der HH. Ritter u. Hungar v. hier (Ges.), sowie des Hrn. Eibenschütz (Clav.) am 14. Nov.: "Columbus" f. Chor, Soli u. Orchester v. H. Zöllner, "Germanenzug" f. Chor, Soloquart. u. Blechorch. v. A. Bruckner, Chorlieder [...]« (*)

und verzeichnet auf S. 635 das Konzert am 18.11.1886 in Amsterdam mit der 7. Symphonie:
           »Aufgeführte Novitäten.
[...]
Bruckner (A.), 7. Symph. (Amsterdam, Conc. der "Caecilia" am 18. Nov.)« (**).

"Het nieuws van den dag" Nr. 5167 (Amsterdam) berichten auf S. 6 vom Konzert am 11.12.1886 mit dem Quintett:
"                        MUZIKALE KRONIEK.
          TWEEDE SOIRÉE VOOR KAMERMUZIEK.
     Een zeer belangrijk programma bood het vier- en vijftal uitvoerenden hunnen hoorders op dezen avond. Het eerste quartet van Schumann, het quintet in F. van Brückner en het quartet in F. (op. 59 No. 1) van Beethoven zijn werken, die in een of ander opzicht van het grootste belang geacht mogen worden. Omtrent Beethoven's en Schumann's werken behoeft deze zienswijze geen uitvoerig betoog; omtrent Brückner's quintet is dit niet overbodig, wijl de werken van dezen componist nog zoo goed als onbekend zijn, en daardoor in de meeste gevallen slechts oppervlakkig behandeld kunnen worden. Heden ontbreekt mij de gelegenheid, om aan dit werk de aandacht te wijden, die noodig is voor een breede beschouwing; ik stel mij daarom voor in de eerstvolgende dagen een afzonderlijk schrijven er aan te wijden, en mij thans te bepalen tot de bespreking der uitvoering vau dezen avond in 't algemeen.
     In de eerste plaats een welkomstgroet aan Joseph Cramer, die voor 't eerst, na zijn ziekte, weder zijne plaats als aanvoerder van het quartet innam. [... ausführlich über das Beethoven-Quartett ...].
     Ik keer terug tot Zaterdagavond en deel omtrent de uitvoering van hetgeen voor de pauze werd gespeeld, wat ik door de ooren van mijnen broeder daarvan vernam. Over Schumann's Quartet was hij in volle bewondering, [...] Ook over Brückner's Quintet was zijn gevoelen, wat betreft de uitvoering, zeer gunstig. Dit laatste quintet is vooral als uitvoering van groote beteekenis, wijl daarbij de uitvoerenden geheel uit zichzelf het werk moeten scheppen. Zoodra men een werk gehoord heeft, wordt de uitvoering veel gemakkelijker, wijl men een beeld, een totaal indruk er van ontvangen heeft. Is het werk geheel nieuw, dan moet men door eigen studie dit beeld in zijn binnenste weten op te wekken; dit is niet alleen moeilijk maar lang niet ieders zaak. Daarvoor is dus een bijzonder woord van dank aan Cramer niet overbodig.
     In Brückner's quintet werkte, behalve de reeds genoemde heeren, ook nog mede de Heer H. Meerloo solo-altist van het Paleis-orkest.
                                          DAN. DE LANGE." (***).


Zitierhinweis:

Franz Scheder, Anton Bruckner Chronologie Datenbank, Eintrag Nr.: 188612165, URL: www.bruckner-online.at/ABCD-188612165
letzte Änderung: Mär 19, 2023, 23:23