Brief Bruckners an Theodor Helm:
Der Berliner Börsen-Courier vom 17.3.1892 befürworte Aufführungen Brucknerscher Werke und empfehle die 4. Symphonie. Der Bezug auf den Deutschen Michel [in der 8. Symphonie] sei nicht im Scherz gemeint. Er habe mit der Komposition des 150. Psalms vollauf zu tun. Ob er [Helm] die Partitur der 1. Symphonie brauche? (*).
"Het vaderland" Nr. 73 ('s-Gravenhage) informiert auf S. 2 über die Pläne der Internationalen Musik- und Theaterausstellung:
" KUNST- en LETTERNIEUWS.
" KUNST- en LETTERNIEUWS.
[...]
Het muziek-comité der Weener muziektentoonstelling heeft o. a. de volgende heeren componisten en dirigenten tot medewerking op die tentoonstelling aangezocht: Brahms, Bruch, Bruckner, Bülow, Cowen, Dvorak, Fuchs, Goldmark, Grieg, Levi, Mascagni, Massenet, Mottl, Rubinstein, Saint-Saëns, Schuch, Sgambati, Svendsen, Sullivan, Tschaikowsky en Verdi.
In de afdeeling voor muziekgeschiedenis, die in zeven onderafdeelingen is gesplitst, zal de derde geheel gewijd zijn aan de Nederlandsehe muziek uit den tijd van 1400 tot 1600. Uit München is de toezegging ontvangen van een speciale tentoonstelling, betrekking hebbende op Orlando di Lasso, den laatsten grooten Nederlandschen contrapunktist (1520-1594)." (**).
Zitierhinweis:
Franz Scheder, Anton Bruckner Chronologie Datenbank, Eintrag Nr.: 189203265, URL: www.bruckner-online.at/ABCD-189203265letzte Änderung: Mär 11, 2023, 13:13