Der Welser Anzeiger Nr. 51 berichtet auf S. 5 von der Audienz [am 12.12.1892] und der bevorstehenden Aufführung der 8. Symphonie am 18.12.1892:
"                 Kronlandsnachrichten.
[...]
     Empfang. Der Componist Professor Dr. A. Bruckner und Vice=Hofcapellmeister Dr. Hans Richter hatten die Ehre, am 12. d., von Sr. Majestät dem Kaiser in Audienz empfangen zu werden. Se. Majestät geruhten die  ehrerbietige Einladung zu der am 18. d. M. im vierten Philharmonischen Concerte zur ersten Aufführung gelangenden Symphonie Nr. 8 von Bruckner. (Se. k. und k. Apostolische Majestät dem Kaiser Franz Josef I. gewidmet) in huldvollster Weise entgegenzunehmen und  für den Fall, als es die Zeit zuläßt, Allerhöchstsein Erscheinen in Aussicht zu stellen." (***).

Datierung "17/12 | 892" in einer Stimme der Violine 2. Die Streicherstimmen liegen gedruckt vor, die anderen Stimmen in Hektographien von handgeschriebenen Kopien (°).

Ein Inserat im "Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage" Nr. 298 auf S. 4 macht auf das Konzert vom 21.12.1892 mit der 3. Symphonie aufmerksam (°°).

Besprechung des Konzerts vom 11.12.1892 mit dem "Ave Maria" [vermutlich WAB 6] in "Het nieuws van den dag" Nr. 7020 (Amsterdam) auf S. 5:
"            MUZIKALE KRONIEK.
[...]
     Daarmede meen ik over deze uitvoering te hebben gezegd, wat ik wilde en ga over tot de vierde uitvoering van gewijde muziek door „Het klein Koor a Capella" onder leiding van den Heer A. Averkamp.
     Het zeer gelukkig gekozen programma bestond uit de volgende werken: Psalm 90 van Sweelinck, Benedictus uit de Mis Papae Marcelli van Palestrina, Ave Maria van Willaert, Motett van Hasler, Psalm 150 van Sweelinck, Psalm 100 van Mendelssohn, Jerusalem zurge van Clemens non Papa, Ruf zur Maria van Brahms, Ave Maria van Bruckner en Motett van Brahms. Alle uitvoeringen van dit koor waren zeer belangrijk en zeer schoon, zoodat ik!ook ditmaal met groote verwachting de uitvoering ging bijwonen. Opnieuw verkreeg ik den indruk, dat wg' hier te doen hebben met een allereerste-rangs vertolking. Heerlijke klank, groote zuiverheid en eenvoudige, diepgevoelde voordracht zijn de kenmerken van de voordracht dezer vereeniging.
     Het meest werd ik ditmaal getroffen door de vertolking van Palestrina's Benedictus en Brahms' Ruf zur Maria. [... über diese und andere Chöre ...]
     Van de modernen stel ik ontegenzeggelijk Brahms bovenaan. Zijn Ruf zur Maria en zijn motet zijn wegsleepend schoon. Mendelssohn zal ongetwijfeld velen getroffen hebben, vooral door het middengedeelte van dezen Psalm. En Bruckner, een nog levend oud componist, toonde door zijn Ave Maria, dat ook heden ten dage een componist, wiens symphonieën in de nieuwste sferen zich bewegen, de kunst verstaat om met enkele eenvoudige klanken de harten te treffen.
     Het was een verkwikkende Zondagmiddag, en aan Anton Averkamp met zijn gedevoueerde schare breng ik met warmte dank voor het groote en edele genot, ons allen verschaft. Dit kleine koor doet een groot werk. Het houdt de vaan der edelste kunst hoog, zeer hoog,
                                 DAN. DE LANGE." (°°°).